Molen De Volksvriend

Zouden jullie mee kunnen denken over het toevoegen van een toilet bij molen ‘De Volksvriend’? Dat was de initiële vraag welke ons gesteld werd. Na wat veldwerk en onderzoek kwamen we tot de conclusie dat de vraag vooral vanuit de exploitatie gezien kan worden. De zoektocht naar financiële middelen voor restauratie en onderhoud is aanzienlijk lastiger dan 5-10 jaar geleden. Om instandhouding te garanderen wordt het nadenken over een exploitatiemodel daarmee steeds belangrijker.

Dit heeft ons doen nadenken over mogelijk gebruik van ‘De Volksvriend’ en de rol welke de toevoeging daarin zou moeten hebben. De belangrijkste conclusie was dat de begane grond in de molen een fantastisch, bijna theatraal, karakter heeft. Wat ontbreekt zijn enkel de voorzieningen om deze ruimte creatief te kunnen programmeren. Na het maken van een lijst met potentiële programma’s hebben we gedestilleerd wat primair aanwezig dient te zijn en wat incidenteel als losse elementen ingebracht kan worden. De gewenste vaste facilitaire voorzieningen bestaan uit een mindervaliden toilet, een pantry, kastruimte, een meterkast en een kleine bergruimte.

De molen is van het soort ‘beltmolen’. Bij dit type molen is rondom de molen een heuvel, de zogenaamde molenbelt, tegen de gemetselde molen aangebracht waarop de molen gekruid kan worden zodat deze op de wind is gericht. De facilitaire toevoeging is van buiten onzichtbaar aan de oostzijde in de molenbelt ondergebracht omdat daar meer ruimte onder de belt is. De positie en organisatie van faciliteiten is zo gekozen dat deze minimaal contact maakt met het historische materiaal van de molen.  De voorzieningen zijn als object ingebracht om de begane grond van de molen zoveel mogelijk vrij te houden.

Vanuit de molen betreed je de centrale corridor vanwaar een toilet, bergruimte, meterkast, pantry en kastruimte ontsloten worden. Deze corridor is vormgegeven als een rechthoekig architectonisch element dat in één van de bestaande nissen van de molen geschoven wordt. De corridor is opgevat als een onderaardse gang in een zuiver geometrische vorm welke een open relatie heeft met de molen zonder direct het ordinaire van de faciliteiten te tonen. Vloer, wanden en plafond zijn bekleed met blauwstaal wat een natuurlijke diep zwart-blauwe kleur heeft waardoor het onderaardse gevoel versterkt worden. De afwezigheid van zichtbare scharnieren, deurkrukken en armaturen versterkt de zuiverheid en zorgt dat de faciliteiten zich niet verraden. Waar zich bijvoorbeeld het toilet en pantry bevinden kiert het blauwstaal waardoor verlichting van achter het blauwstaal de corridor in valt en de posities van faciliteiten leesbaar worden.